Moe van het bidden

op .

Ik ben zo moe van al dat bidden Heer.
Zo moe van steeds maar op Uw deur te kloppen.
Het duurt zo lang, soms zie ik het niet meer
en denk ik, dat ik net zo goed kan stoppen.
Dan lijkt de hemel één brok graniet.
Laat toch een klein stukje voor mij open,
zodat ik zeker weet, dat U mij ziet,
want ik blijf tóch op uw genade hopen.

Ik weet, dat U Zich niet heeft afgewend
en daarom blijf ik het van U verwachten.
U, die mij liefheeft en mij zo goed kent,
weet ook de reden van mijn angstige gedachten.
U kent mijn strijd, verwarring en verdriet.
Het is de vijand, die mijn rust wil slopen.

Reik mij Uw hand Heer, en verlaat mij niet,
want ik blijf tóch op Uw genade hopen.

 
Leer mij, als ik de stem van satan hoor,
net zoals U in de woestijn, hem te verjagen.
Geef mij dan door Uw Geest de woorden door,
die hem weerhouden mij nog uit te dagen.
Dan kan ik weer vrijmoedig tot U gaan,
omdat ik wéét: de Hemeldeur staat open,
en dat, na wat U voor mij hebt gedaan,
ik nooit vergeefs op Uw gena zal hopen.

 

Alie Gort

Terug naar Gedichten